Abby*
26 maart 2021. Het is de laatste werkdag van de week. Bijna weekend. Die avond sta ik samen met manlief te koken terwijl onze dochter al op bed ligt. Ik heb een rare buikpijn die ik niet helemaal kan duiden. Maar ach, ik ben 27 weken zwanger, misschien is het gewoon mijn blaas.
Ik besluit om op tijd naar bed te gaan. Morgen zal het wel over zijn en anders overleg ik toch even met de verloskundige.
Rond 00.00 uur word ik wakker van de buikpijn. Ik kan er niet van slapen en besluit paracetamol te nemen. Slapen lukt ook hierna niet. Misschien toch even naar de wc? Terwijl ik op de wc zit, voel ik dat het bloed naar buiten stroomt. Dit is niet goed.
Ik maak mijn man wakker en in paniek roep ik dat hij de verloskundige moet bellen. Slaapdronken en nog niet beseffend wat er aan de hand is, doet hij dat. Na de nodige vragen besluit de verloskundige meteen te komen. Na tien minuten is ze er. Mijn pijn neemt ondertussen alleen maar toe.
Met de doptone zoekt ze naar de hartslag van ons kindje. Ik zie de paniek in haar ogen en besef dat mijn gevoel klopt. Ons kindje heeft nog maar een hartslag van 60. ‘Dit is niet goed, Robin,‘ zegt ze.‘ik denk dat je placenta los heeft gelaten.’ De ambulance wordt gebeld en de gynaecoloog ingelicht. ‘Bel maar iemand die bij jullie dochter kan blijven, jullie gaan nu naar het ziekenhuis,‘ zegt de verloskundige. We bellen mijn moeder, die nog niet weet wat er aan de hand is.
Tien minuten later lig ik op de brancard en komt mijn moeder binnen gesneld, geschrokken van de zwaailichten van de ambulance. ‘Gaan we voor de moeder?’ hoor ik de ambulanceverpleegkundige vragen. ‘Ja, voor de moeder,‘ antwoordt de verloskundige. Terwijl de brancard de woonkamer uit wordt gereden, hoor ik mijn moeder nog vragen of ik ons kindje zal kwijtraken. ‘Ik denk het wel,’hoor ik de verloskundige nog antwoorden.
De rit naar het ziekenhuis lijkt eindeloos te duren. Met man en macht probeer ik het bloedverlies tegen te houden, wetend dat het totaal geen zin heeft … Het loopt als ranja langs mijn benen naar beneden.
In het ziekenhuis staat een heel team van gynaecologen, verpleegkundigen en verloskundigen klaar om ons op te vangen. ‘Er staat een operatieteam klaar om jullie kindje te halen, maar eerst wil ik wat controles doen’, zegtde gynaecoloog. Met de echo bevestigt ze dat het om een losgelaten placenta gaat. ‘Jullie kindje heeft nog een hartslag van 20. De OK gaan we niet meer redden. Ze gaat overlijden.‘ De grond zakt onder onze voeten weg. Ondanks dat ik al sinds het eerste bloedverlies wist dat het niet meer goed ging komen, koester ik de laatste momenten met ons kleine meisje levend in mijn buik.
Ondertussen blijft het bloed stromen. Er worden allerlei kabels en slangetjes aangesloten en er wordt bloed afgenomen. De intentie is dat ik vaginaal zal gaan bevallen als dat, gezien het ruime bloedverlies, kan.
Het is inmiddels 02.52 uur, 27 maart. De gynaecoloog maakt nog een echo en daarmee bevestigt ze dat onze dochter is overleden. Tranen lopen over mijn wangen. Hoe kan dit nu?
Ondertussen voel ik mij fysiek steeds slechter. De gynaecoloog vertelt dat er aanwijzingen zijn voor een stollingsstoornis. Dat is een zeldzame, maarzeer ernstige complicatie bij een placentaloslating. Dit wil zeggen dat er geen stollingsfactorenaanwezig zijn, waardoor het bloed daadwerkelijkals ranja vloeit en niet stolt. Er is echter meer bloed nodig om deze diagnose te kunnen stellen. Enkele ogenblikken later is het al duidelijk, het isniet goed.
Er moet een infuus bij mij worden geprikt voor extra vocht en bloed. Mijn vaten zijn inmiddels zóslecht dat dat niet zo makkelijk gaat. Verschillende mensen proberen het en na zo’n dertig keer prikken is het eindelijk raak. Mij maakt het inmiddels allemaal niet meer uit …
De pijn wordt steeds heftiger, maar pijnstilling kan niet. Enerzijds omdat het voor het verwerkingsproces beter is als ik niet versuft raak en anderzijds omdat er bij een ruggenprik bloedingen in het ruggenmerg kunnen ontstaan met alle gevolgen van dien.
Mijn toestand verslechtert en ik zak weg. Met extra zuurstof kom ik weer bij, maar wat voel ik me ongelofelijk slecht. Op dat moment raak ik ook in paniek. Dit gaat niet goed.
De gynaecoloog vertelt ons dat er overleg is geweest met het Radboud Medisch Centrum in Nijmegen. Er zijn trombocyten, rode bloedplaatjes, met spoed onderweg vanuit Nijmegen. Ondertussen komt de IC–arts meebeoordelen en controles uitvoeren om te kijken wat de volgende stap is. Ik kan ook niet meer …
Een paar minuten later komt de gynaecoloog weer binnen en vertelt ons dat we nu naar de OK gaan.Het gaat niet goed. Omdat ik zo ziek ben, kan er niet langer worden gewacht. Ik mag gaan slapen en onze dochter Abby zal worden geboren. Het voelt als een enorme opluchting, er komt een einde aan deze nacht.
Een paar minuten later rijd ik de OK binnen. In mijn ooghoek zie ik mijn man. Hij staat daar in zijn operatiepak om mij tot het laatste moment te steunen. Het brengt rust.
Er staan zoveel mensen om mij heen. Er moet een nieuw infuus geprikt worden, wat wederom nietlukt. Uiteindelijk prikken ze, onder echogeleide, het nieuwe infuus. Mijn man kust mij gedag en een paar seconden later slaap ik.
Pas achteraf hoor ik dat ze nog anderhalf uur zullen wachten voor ze het aandurven om te starten met de operatie.
En dan word je wakker op de IC ... Mijn man en mijn moeder staan naast mijn bed. Ik besef meteen heel goed wat er is gebeurd. Mijn man en ik hebben ervoor gekozen om Abby samen voor het eerst te zien. Daar komt ze … Ze is het meest perfecte en mooiste meisje. Ze is klein maar o zo volmaakt. We zien meteen dat ze op mij lijkt. Een perfect gezichtje met donkere haartjes. De kleine handjes en perfecte teentjes ... Het is niet eerlijk. We zijn ontzettend trots maar ook zó ongelofelijk verdrietig. Waarom jij, Abby?
Antwoorden over het waarom gaan we waarschijnlijk nooit krijgen. De placenta liet geen afwijkingen zien. Er zijn nog gesprekken met de gynaecoloog en verdere onderzoeken zullen nog volgen.
Abby is een week bij ons voordat we haar echt laten gaan. We maken mooie herinneringen, waaronder prachtige foto’s met dank aan Make a Memory.
Het sterkt ons dat ze rustig in mijn buik is overleden, dichtbij mama en papa en dichtbij mijn hart. Dat ze niet alle rompslomp mee heeft hoeven maken en geen paniek en stress heeft gekend.
Wij hopen ooit weer de ‘warmte van de zon’ te mogen voelen, het mooie van het leven weer te kunnen zien …
Lieve Abby, papa en mama houden van je, we zijn zo trots op je en missen je zo erg. Voor altijd in ons hart.