Senna

Lees de vorige blog hier

In het vorige deel vertelde ik hoe we werden opgehaald door een lieve zuster van de SEH. Hier zou Senna☆ gemonitord
worden. Op het moment dat alle plakkertjes en draadjes op haar vastgemaakt werden, ontstond er echter paniek in de
kamer. De paniek was heel erg voelbaar, maar ik hield mezelf vrij rustig omdat Senna☆ er niets aan zou hebben als ik ook aan het stressen of huilen was. Kort na deze gedachte kwam die lieve zuster naar mij toe en zei: ‘Meis, luister goed, het gaat echt heel slecht met je kindje, maar we gaan er alles aan doen om haar beter te maken.’ Hoe sterk ik ook voor Senna☆ wilde
zijn, na deze woorden brak ik. In de kamer werd van alles geroepen, bijna schreeuwend. Er moest een botnaald komen. Ondertussen waren de ambulancemedewerkers inclusief brancard ook gearriveerd.
Eén van deze mannen richtte zich volledig op mij en legde uit dat er straks een botnaald gezet zou worden. Als ik daar niet tegen zou kunnen, moest ik maar gewoon naar hem kijken. Ik kende het hele woord botnaald niet en wist niet wat ik mij moest voorstellen. Ik ben helemaal niet bang voor prikken en naalden, maar op het moment dat de naald tevoorschijn kwam, duwt de ambulancebroeder mijn hoofd zijn kant op. Zo'n botnaald wordt namelijk in de knieschijf van je kindje geramd. Ik voelde de druk die gegeven werd, want Senna☆ zat nog steeds op schoot. Deze naald wordt alleen gebruikt in noodsituaties, zoals deze. Met een botnaald wordt het snelst adrenaline of iets anders toegediend zodat je een boost krijgt. Senna☆ moest hierdoor nog een keer spugen. Daarna is het even een zwart gat in mijn geheugen. Het ging allemaal zo snel, haar hartje stopte ermee. Dus er moest direct gehandeld worden. Ik ben onder haar vandaan gehaald en ben de gang op gebracht samen met een arts of de ambulancebroeder.

De kinderwachtkamer. Daar zat ik tussen het speelgoed en een soort digitaal speelscherm. Ik raakte in paniek, want er stormden allemaal mensen haar kamer binnen, gevolgd door allerlei apparaten zoals een echo, een warmtelamp en de
defibrillator. Vervolgens kwam er nog een heel team aan dat aan de andere kant van het ziekenhuis een reanimatiecursus had. Zij zijn allemaal bij de cursus weggetrokken. Ik overdrijf denk ik niet als ik zeg dat er zeker 20 a 25 man stonden te vechten voor het leven van mijn kleine meisje.
Ondertussen zat ik daar in dat klein wachtkamertje dat uitzicht had op de kamer van Senna☆. De ambulancebroeders wisselden elkaar af in het bijstaan van mij en helpen bij Senna☆. En als zij niet konden, dan kwam er wel iemand anders bij mij zitten. Ook kwam de huisarts van dienst, die we bij de HAP hadden gezien, naar mij toe en hij zag dat het foute boel was. Ik zag de pijn in zijn ogen en hij heeft ook nog een tijdje stil bij mij gezeten.
Een andere kinderarts was opgeroepen en die kwam naar Senna☆ toe. Dus er was nu in ieder geval iemand die verstand van kleine kindjes had bij haar.
Af en toe kwam de vraag of ik bij Senna☆ wilde zijn, waarop mijn antwoord al gauw ‘nee’ was. Laat iedereen maar goed zijn werk doen, dan sta ik ook niet in de weg. En eigenlijk wilde ik het ook helemaal niet zien! Toen kwam de vraag of ik niet iemand wilde bellen. Ik had Bram en mijn moeder al op de hoogte gebracht dat het niet goed ging. Ze wisten nog niet precies hoe of wat, want dat wilde ik niet via WhatsApp met hen delen. Ik heb toen zelfs nog een
collega geappt om te zeggen dat ik er de volgende dag niet zou zijn. Die collega had al eerder aangegeven eventueel voor mij te kunnen werken, omdat Senna☆ zo ziek was en ik bij haar wilde blijven.
Maar wie wilde ik bij mij hebben? Ik heb eerst mijn moeder gebeld. Niet per se omdat ik haar erbij wilde hebben, maar omdat ik wist dat als ik Bram zou bellen, hij niet meer rustig zou kunnen blijven en misschien dan wel juist heel gestrest om
Samara heen zou gaan rennen en doen. En dat wilde ik hem en haar besparen. Dus belde ik mijn moeder dat zij nu naar mijn huis moest gaan, zodat Bram hier snel heen kon komen. Mijn moeder is in de auto gesprongen en heeft Bram gebeld dat zij hem op kwam halen om hem bij het ziekenhuis af te zetten. Bram had zijn fiets al klaargezet om hierheen te komen,
maar toen mijn moeder kwam is hij met Samara in haar pyjama, want het was voor haar al tijd om naar bed te gaan, ingestapt. Mijn moeder heeft hem afgezet en is met Samara terug naar ons huis gereden.
Toen Bram aankwam, wist hij nog steeds niet wat er precies aan de hand was. Hij werd echter meteen overal naar binnen gelaten en naar mij gebracht. Ik zat huilend in dat speelhoekje. Bram vroeg waar Senna☆ was, maar toen werd ons gevraagd of we mee wilden lopen. Op dat moment zag hij voor het eerst wat er speelde. Ik heb zo’n spijt dat ik het hem niet eerder heb verteld, zodat hij tenminste een beetje wist wat hij kon verwachten … Sorry schat, maar ik was al zo blij dat je
er was!

Toen we naar haar kamer liepen, moesten we door de massa mensen heen. Als een soort van open zee weken ze voor ons uiteen. Ik liep voorop, maar waarom dat weet ik niet meer. Het enige wat ik zag was dat het kleine armpje van ons meisje
op en neer bewoog. Ik raakte volledig in paniek en rende weer terug het speelhoekje in. Men probeerde mij tegen te houden, want voor de verwerking is het blijkbaar beter om alles te zien. Ik persoonlijk vond het echter een pure marteling om m’n kind in deze situatie te zien. Bram twijfelde even of hij achter mij aan moest gaan, maar is toch naar Senna☆ gegaan. Hij heeft de hele tijd bij haar gezeten en dat gaf mij het gevoel dat het oké was dat ik er niet was. Ik kon het simpelweg niet!
Je gaat echter toch denken… als Senna☆ op iemand zou moeten reageren, dan is dat op mij! Dus ik stond weer op en. Liep door de mensenmassa heen naar haar kamer. Daar lag ze … haar kleding – de kleertjes die ze aan had omdat het haar zo
mooi stond (waaronder de romper met bloemetjes uit de eerste blog)) – kapot geknipt, een grote tube in haar mond voor de beademing en zwetende mensen over haar heen gebogen om haar te reanimeren. Het was zo heftig om te zien hoe je
kindje helemaal in elkaar werd gedrukt. Even leek ik wel aan de grond vastgenageld. Dit kon niet waar zijn … Waarom Senna☆?! Bram stond naast haar met haar handje in de zijne. Al coachende stond hij haar bij: SENNA☆, KOM OP LIEVERD,
JE KAN HET! JE MAG NIET LOSLATEN! WIJ HEBBEN JE NOG NODIG!; Toen hij mij zag gaf hij mij de ruimte (voor zover die er
nog was) om bij haar te zijn. Ik pakte haar hand en aaide over haar gezicht, voor zover dat kon, want dat deed ik altijd. Ik
sprak zachtjes tegen haar dat ze terug moest komen. Dat ze bij ons hoort en dat wij niet zonder haar kunnen. Al het geroep om ons heen deed ook veel met me. Ik vond het beeld nog steeds te heftig en ben daarom vrij snel de kamer weer uit gegaan om weer plaats te nemen op mijn plekje in de speelhoek. Doodsangsten heb ik gehad. Zo erg dat ik bijna
letterlijk in mijn broek scheet. Zo ongelofelijk bang was ik. Naar de wc wilde ik echter niet. Stel je voor dat ze bijkomt en ik er niet was … Gelukkig hield ik alles goed binnen. Ik vroeg aan de ambulancebroeder die op dat moment naast me zat of het weer goed zou komen, want hij ziet vast vaker zulke dingen. Daarop luidde zijn antwoord: ;Ik heb dit eigenlijk niet zo vaak
meegemaakt … ik weet niet of het goed komt. Een heel eerlijk maar zeer pijnlijk antwoord. Wéér ging ik terug haar kamer
in. Mocht ze toch bijkomen, dan wilde ik er voor haar zijn.
Ook deze keer bleef ik maar kort binnen. Ik kon het gewoon niet. Naast dat ik ook steeds met mijn hoofd bij die warmtelamp moest staan, leek het elke keer alsof de grond onder mijn voeten wegzakte en ik daarin meegezogen werd.
Dus ik ging weer terug. Vlak daarna kwam de SEH-arts bij me.
Het is bizar, maar aan zijn manier van lopen, zijn gezicht en zijn hele houding, wist ik al dat het echt fout was. Hij kwam naast mij zitten, maar kon de woorden niet vinden om te beginnen. Uiteindelijk zei hij: ‘We zijn nu al 50 minuten bezig, mocht ze het redden dan heb je niet meer je dochtertje terug zoals ze was. Ze heeft te weinig zuurstof in haar hersenen gehad en dat zorgt voor schade. Ik wil je vertellen dat we binnen nu en een paar minuten de beslissing moeten nemen of
we doorgaan of stoppen. Ik wil je dus vragen of je met mij meekomt, want ik wil dat je erbij bent als het besluit genomen gaat worden; Dus ging ik samen met hem weer mee naar binnen. In de hoop dat ze het misschien toch ging redden, want ook al zou ze niet meer de Senna☆ zijn die ze was, ze zou dan bij ons zijn en ik zou er alles aan doen om haar leven goed en leefbaar te maken. Nog steeds had ik een heel klein beetje hoop …
Ik liep achter de SEH-arts aan en ging weer naast Bram staan, wéér tegen die warmtelamp aan, maar dat nam ik nu maar even voor lief. Kort daarna horen we dat er nog een specialist kinderarts uit Amsterdam in het ziekenhuis was aangekomen.
Zij had blijkbaar al die tijd via de telefoon meegeluisterd en geholpen waar ze kon. Ik kan het gezicht van deze kinderarts
niet meer voor de geest halen, maar haar stem zal ik nooit vergeten, want wat zij zei op dat moment heeft ons zo ontzettend geraakt! Er werd totaal geen rekening gehouden met ons. De specialist kinderarts vroeg om de statistieken, waarop een ander haar die in medische taal gaf. Daarop luidden haar woorden ‘Aha, nou jongens we weten allemaal dat dit zinloos is, want we hebben te maken met een dying heart.’
ZINLOOS?! ZINLOOS?! Ik dacht alleen maar: ‘hoe durf je dit zinloos te noemen?’ Iedereen hier vecht voor het leven van ons kind! Bij het woord ‘dying heart’ brak ik volledig; ik zakte door mijn benen en gilde hard. Het geluid dat een moeder produceert die weet dat ze haar kind kwijt gaat raken. Ik kan het niet beschrijven, maar ik denk dat jullie je er wel iets bij
voor kunnen stellen. Ondertussen zei de specialist: ‘Ik wil vragen of er iemand bezwaar heeft als we nu gaan stoppen? En
toen was het stil op ons gehuil en geschreeuw dat dit niet mag stoppen na. Het was zo stil, iedere arts in de kamer zette een stap naar achter en direct werden de beademing en de draden verwijderd. Meteen kreeg ik Senna☆ in mijn armen.
Ze was gewikkeld in een deken, want ze was helemaal bloot. Ik kreeg een stoel waar ik op kon zitten. Daar zat ik dan, gebroken met het meest dierbare bezit dat je kan hebben, maar dan overleden. Om 20.37 uur zijn ze gestopt met reanimeren, maar een uur daarvoor was ze al overleden, op mijn schoot. Zij heeft er zelf zo goed als niets van meegekregen
nadat ik bij haar ben weggehaald. Dat was voor mij één van de belangrijkste dingen die ik wilde weten.
Onze moeders werden gebeld en die zijn meteen naar het ziekenhuis gekomen. De vader van Bram bleef bij Samara thuis en mijn stiefvader bleef thuis bij mijn zusje. Ik ben zo dankbaar voor deze mensen in ons leven. Zij steunen ons waar ze kunnen en hebben ook nog eens hun eigen verdriet. Jullie zijn geweldig!
Hierna moest er al snel van alles geregeld worden. Er moesten beslissingen genomen worden en dat terwijl je net je kind verloren bent. Het hoort erbij. Misschien schrijf ik hier later ook nog over, maar dat weet ik nog niet zeker.

Onze lieve Senna☆, Senna May van der Heide. Nooit, maar dan ook nooit, zullen wij jou vergeten. Ik zal ervoor zorgen dat jij voortleeft in je zus en alle dierbaren om ons heen. Iedereen die maar wil zal jouw naam kennen. De allermooiste ster dat
ben jij! Ik zou bijna zeggen dat ik niet kan wachten om weer bij jou te mogen zijn. Dan zullen we samen de tijd inhalen. X
Mama

Contact

Stichting Nooit Voorbij

Deel deze blog

Senna

Scroll naar boven