lees hier de vorige blogs van Thara
Het begin van het einde
Twee dagen na ons laatste bezoek aan het ziekenhuis stap ik uit bed, op een zaterdagochtend. Maurits was net boodschappen halen en er was niemand thuis. Ik voel het bloed stromen, en meteen schiet ik in de stress. Dit was niet de bedoeling, ik wilde gewoon een rustige week met even geen onderzoeken en gedoe. Ik zie in de badkamer dat het wel erg veel bloed is en raak toch lichtelijk in paniek. Ik bel Maurits en geef aan dat ik de wc niet meer af durf. Hij komt eraan. Direct erna bel ik mijn schoonmoeder die één straat verderop woont, want zij is er misschien iets eerder. Ook zij komt er gelijk aan. Niet veel later hoor ik de deur opengaan en komen ze tegelijk naar binnen rennen. Maurits gaat spullen pakken en het ziekenhuis bellen. Mijn schoonmoeder helpt mij met aankleden, inladen en toch weer naar het ziekenhuis …
In het ziekenhuis word ik opgenomen en we moeten blijven. Maurits mag blijven slapen. De volgende dag krijgen we de uitslagen van de bloedtest. De uitslagen zijn een beetje afwijkend maar nog niet schokkend. Ik mag kiezen: zondagavond naar huis of maandagochtend. Omdat het bloeden meestal in de ochtend is, besluit ik te kiezen voor de maandagochtend. Maurits gaat die zondagavond naar huis om thuis te slapen met Zoë die het inmiddels behoorlijk zat is om van hot naar her te gaan en mama en papa zo weinig te zien.
Maandagochtend haalt mijn moeder mij op en brengt mij naar huis. De hele dag lig ik lekker in mijn bed Netflix te kijken en bij te komen van het weekend. Het is een rustige maandag en elke dag die voorbij gaat komen we weer dichter bij de donderdag. Want donderdag zouden we weer opnieuw metingen krijgen.
Dinsdagochtend.
Maurits geeft mij een kus en vertrekt om naar zijn werk te gaan. Normaal gesproken slaap ik dan verder maar ik heb last van krampen en het lukt mij niet om te slapen. Mijn moeder zou om acht uur komen en in het uur dat volgt worden de krampen heviger. Ik besluit om het bij te houden want dit lijkt toch op een soort weeën. Elke twee minuten een kramp van 30 seconden …
Mijn moeder stapt binnen en ziet dat het foute boel is. Ziekenhuis bellen, spullen pakken en die kant op. Ik was nog geen 24 uur thuis … Eenmaal in het ziekenhuis blijk ik geen ontsluiting te hebben en ze kunnen niet met zekerheid zeggen dat het echt weeën zijn. Als ik wil mag ik weer naar huis, maar als ik het fijn vind om te blijven is dat ook mogelijk. Ik kies ervoor om te blijven omdat ik het zelf niet vertrouw. We spreken af dat als ik ‘s middags nog geen ontsluiting heb of als de krampen stoppen, ik weer naar huis zou gaan.
We worden verplaatst naar een vaste kamer en ik bel Maurits dat hij moet komen met mijn spullen. Hij komt binnen en ziet het meteen; dit zijn weeën. Rond één uur wordt besproken dat we nog een echo krijgen om te zien of er al ontsluiting is en hoe het met de baby gaat. De weeën worden steeds erger en erger en blijven regelmatig achter elkaar komen. Om even voor drieën word ik dan eindelijk gehaald voor de echo, de baby ligt lekker te sabbelen op zijn duim en alles ziet er goed uit. Er is nog steeds geen ontsluiting maar inmiddels vindt de arts ook dat het echt weeën zijn. Ik mag kiezen voor pijnmedicatie, een morfinepomp of een ruggenprik. Nog steeds met de boodschap dat dit dagen maar ook weken kan duren voordat het doorzet. Of het houdt ineens op. We kiezen voor morfine omdat dit makkelijker af te koppelen is. Terug op de kamer komen ze snel met de morfine en wordt alles aangesloten. Het werkt als een tierelier en ik val in slaap. Maurits vraagt mijn moeder om nog wat spullen te brengen want hij had niet alles bij zich. Rond een uur of vijf komt mijn moeder met de spullen en gaat Maurits even een hapje eten. Nog steeds hebben wij geen idee of het door gaat zetten en wanneer de baby dan geboren gaat worden. De krampen komen inmiddels door de morfine heen en worden weer heviger. Ik dacht nog: ‘Dit kan je toch geen dagen of zelfs weken volhouden …?’ Ondertussen komt de verloskundige voelen en blijk ik drie centimeter ontsluiting te hebben, het zet door! De bevalling is echt begonnen en we zouden weer papa en mama worden. Ze legt nog even kort uit dat de baby waarschijnlijk vlak voordat hij geboren wordt komt te overlijden in de buik. Zodra er meer ontsluiting is kan ze dit voelen aan de navelstreng. Zo stoned als een garnaal van de morfine knik ik ja, maar het gaat langs mij heen.
De baby voel ik nog druk bewegen en Maurits is net terug wanneer ik in één klap een heel pijnlijke kramp krijg aan de linkerkant van mijn buik. Ik voel de baby draaien en ik gil het uit van de pijn. Hij moet eruit, denk ik. De verloskundige wordt erbij gehaald en ze voelt voor ontsluiting. ‘Je mag gaan persen,’ zegt ze. ‘Ik heb zijn voetjes al in mijn handen.’ Na een paar keer persen is daar onze lieve kleine Mees Verhoef,met 29 centimeter en 440 gram stilgeboren. Na een zwangerschap van 21 weken en drie dagen.
wordt vervolgd