De 5 vragen aan Tjitske
Even voorstellen…
Ik ben Tjitske, getrouwd en 39 jaar oud. Wij wonen in IJlst en ik ben moeder van vier kinderen.
Ik ben werkzaam als kleuterjuf. Voorheen werkte ik eigenlijk altijd in de bovenbouw, maar na het overlijden van Jitze was het leven toch al zo anders geworden, dat ik ook qua lesgeven een keer wat anders wilde doen. Wij hebben twee jongens en twee meisjes. Beide jongens zijn overleden. Onze meiden zijn nu nog maar met zijn tweeën. Yeldau is inmiddels 9 jaar en Doutzen is 14 jaar. Jitze was echt de buffer tussen hen in. Na zijn overlijden hebben we echt gemerkt dat zij die buffer misten, ook gezien het leeftijdsverschil. Het wordt nu wel beter, ze vinden hun weg.
Wat bijzonder is, is dat Doutzen gaat meeschrijven aan het kinderboek.
Net zoals mijn man en ik hebben ook beide dochters ieder huneigen fases in het rouwproces. Wanneer het bij de één juist even heel goed gaat of rustig is, kan de ander op dat moment juist erg verdrietig zijn. Het blijft in ons gezin altijd zoeken naar balans. Ook de manier waarop gerouwd wordt, verandert per kind met de tijd. Het zijn kinderen en kinderen horen zorgeloos op te groeien, maar door het overlijden van hun broer(tje) kent hun leven geen onbezorgdheid meer.
Wat is er met jullie kindjes gebeurd?
Jente is met ongeveer 19 weken in de buik overleden. We wilden graag weten wat hiervan de oorzaak is geweest; hoe kon dit gebeuren? Mocht er iets erfelijks of iets dergelijks zijn, dan wil je het toch graag weten. Na obductie bleek het probleem bij de placenta te liggen. Als moeder dacht ik meteen dat het mijn fout was en dat was echt wel moeilijk. Ik was bang dat ik (onbewust) iets verkeerd had gedaan. Dat zal altijd een gevoelskwestie blijven.
Jitze is in 2009 geboren en met bijna 11 jaar oud overleden aan een zeer zeldzame stofwisselingsziekte. Hier kwamen we achter toen Jitze ruim 3 jaar oud was. Hij was wereldwijd de eerste met deze variant. Door de jaren heen ging Jitzemotorisch gezien steeds verder achteruit. Vervolgens kreeg hijook problemen met zijn hersenen, zoals epilepsie. Tot het moment dat zijn hersenstam er plotsklaps mee ophield, waardoor hij plotseling overleed.
Het verdriet om beide kinderen is hetzelfde, maar de manier waarop het je leven beïnvloedt is anders. We hebben in ons leven zoveel aanpassingen moeten doen en zijn telkens blijven zoeken naar oplossingen. Hoe konden we bijvoorbeeld iets regelen zodat we wel op vakantie konden gaan? Hoe zetten we de oogbestuurde spraakcomputer zo optimaal mogelijk in, zodat Jitze kon aangeven wat hij wilde, dacht en kon?
Hoe ben je in contact gekomen met Stichting Nooit Voorbij?
Ik ben op een gegeven moment begonnen met het delen vanverhalen en gedichten op social media. Toen zijn Mirjam en ik elkaar gaan volgen, ik volgde ook haar pagina Zonnetje Florian. Zo kregen we contact en we hadden het over iets posten of schrijven voor de stichting. Een tijdje later heeft Mirjam mij uitgenodigd om mee te schrijven aan het tweede boek. Die uitnodiging heb ik aangenomen. Het is mooi welke rol social media hierin heeft gespeeld en speelt. Met jouw verhaal kun je daadwerkelijk iets betekenen voor een ander, want het biedt (h)erkenning.
Hoe heb je het schrijven ervaren, hoe kijk je erop terug?
Ik heb het schrijven van ons verhaal vooral als mooi ervaren en niet zozeer als moeilijk. Door de jaren heen had ik al heel veel geschreven. Naast de verhalen over Jente en Jitze heb ik ook diverse gedichten geschreven. Vooral het schrijven over de periode van rouw zelf heeft geholpen in de verwerking. Bijvoorbeeld de dag van Jitze’s overlijden. Die dag bleef dagelijks door mijn hoofd gaan. Ik merkte toen echt dat ik het op moest schrijven.
De uitgebreide versie van mijn reeds geschreven verhaal over Jitze was te uitgebreid voor dit boek en daarom heb ik aanpassingen gedaan in bepaalde stukken, bijvoorbeeld in het stuk over het overlijden. De eerste versie van dit stuk schreef ik in de periode van rouwverwerking vanuit pure emotie. Daardoor was het voor mijn gevoel niet leesbaar genoeg voor anderen. Dit stuk heb ik nu, een periode later, aangepast zodat het ook voor anderen goed te begrijpen is. Mijn perfectionisme kwam hierin ook naar boven: ik wilde het graag perfect doen, juist ook omdat ik het echt als een monument zie voor de kinderen. Ik wil laten zien dat beide leventjes niet voor niets zijn geweest! Ik hoop dat de lezers er ook écht wat aan hebben, dat zij uit de verhalen van mijn kinderen kracht, hoop en inspiratie halen.
Schrijven is ook echt mijn manier van verwerken. Mijn partner is bijvoorbeeld veel bezig met het onderhoud van het graf. Hij zorgt ervoor dat het er mooi en netjes uitziet en dat er bijvoorbeeld verse bloemen staan. Ik ben sterker met woorden en schrijf heel graag.
Wat zou jij andere ouders willen meegeven?
Vooral de boodschap die ik in het leven van Jitze had, wil ik meegeven: ‘Je kan geen dagen toevoegen aan het leven, wel leven toevoegen aan de dagen’. Deze boodschap geldt ook voor rouw. Ook al zijn er diepe dalen, je kunt soms ook het gevoel hebben dat er even ‘niks aan de hand’ is. Alles gaat danzijn gangetje, maar daarna kan het ineens weer helemaaldonker worden. Heb vertrouwen dat je er weer uitkomt, dat het nu even zwart is, maar het ook weer licht wordt. Dat je aan elke dag leven toe kunt voegen, ook als je je somber voelt. Het zit hem juist in de kleine dingen, en het daar bewust van zijn. Het hoeft niet de hele dag of altijd om de grootse dingen te gaan. Zo kun je er bijvoorbeeld op een rotdag toch voor kiezen om een klein blokje om te lopen, een wandeling te maken. Als je dat heel bewust hebt gedaan en ervan kon genieten, danheeft het voor extra leven gezorgd wat je aan die dag hebt toegevoegd.
Met het delen van ons verhaal wil ik heel graag de boodschap overbrengen om niet bij de pakken neer te gaan zitten, want er kan heel veel wél. Niet denken aan wat niet kan, maar haal alles eruit wat erin zit. Dat was ook echt Jitze’s kracht. In zijn leven werd alles steeds beperkter en het werd lastiger om dingen te ondernemen. Toch wilde hij graag en daarom bedachten we samen telkens weer iets zodat het wél kon. Op die manier brachten we leven in elke dag, ondanks alles wat niet meer kon of minder makkelijk ging.
Als Jitze in zijn leven dit al kon, wie zijn wij dan als ouders om in bed te blijven liggen? Dan is alles voor niets geweest. Het leven gaat door! Juist ook voor Jente en Jitze willen wij er wat van maken, samen met hun zussen, die nog een heel leven voor zich hebben.