Kun je kort vertellen wie je bent, je gezin, wat je doet?
Momenteel staat mijn gezin op z’n kop en daarom is deze eerste vraag ook gelijk een lastige om te beantwoorden. Mijn naam is Deborah van der Mars-du Mez, 42 jaar en sinds kort weduwe van mijn lieve man Dylan. Samen hebben we drie prachtige kinderen gekregen: Noa*, Eline (9) en Linde (5). Ik werk met veel plezier en met fijne collega’s op de HR-afdeling van de ANWB en daarnaast blog ik op mijn IG/FB-pagina ‘Rouw doet leven’ over mijn eigen rouw- en verlieservaringen in de hoop dit soms lastige onderwerp meer bespreekbaar te kunnen maken.
Wat is er met jullie kindje gebeurd?
Een gezin van vijf dus, en dat is wat we altijd zullen blijven. Maar het plaatje van ons gezin met voorheen een vader, een moeder en drie mooie meiden is niet meer zo compleet als het was. Negen jaar geleden beviel ik met 24 weken zwangerschap van onze tweeling en na drie uitputtende weken hebben wij onze oudste dochter Noa* moeten laten gaan. Onwerkelijk zwaar en tegelijkertijd bleven we samen met Eline doorvechten zodat zij wel met ons mee naar huis zou gaan. En dat is gelukt!
Hoe ben je in contact gekomen met de stichting Nooit Voorbij?
Ik kreeg via Instagram contact met Mirjam en toen we elkaar een keer telefonisch spraken, bleek het al snel te klikken. Mirjam was toen net gestart met de oprichting van de stichting en vrij snel erna hebben mijn man Dylan en ik ons aangemeld als vrijwilliger. We hebben een aantal zaken samen opgepakt waaronder de Sterrenweek 2021. Toen ik hoorde over de mogelijkheid tot het meeschrijven aan het tweede boek, bedacht ik mij geen moment en heb ik me aangemeld. Schrijven is een uitlaatklep en ik wilde altijd al het verhaal van Noa* goed en mooi op papier zetten.
Hoe heb je het schrijven ervaren, hoe kijk je erop terug?
Het schrijven heb ik in delen gedaan, veel ervan stond al op papier vanuit verslagen van het ziekenhuis toentertijd en ik had al eerder een begin gemaakt om een en ander te bundelen en herschrijven. Dat kwam nu goed uit, helemaal toen tijdens de start van het schrijfproces Dylan steeds zieker werd en de zorgen thuis daarmee ook groter werden. Toch heb ik heel veel gehad aan de momenten dat ik het verhaal van Noa* aan het schrijven was. Het hielp mij om even uit de huidige situatie te ontsnappen en het gaf me een goed gevoel nu eindelijk haar onuitwisbare plek in ons gezin te verwoorden. Het herbeleven van een aantal pittige momenten was zwaar en verdrietig, maar ook helend. Het leek wel alsof het nú geschreven moest worden. Dat werd me ook duidelijk toen een week nadat ik de laatste versie van mijn verhaal inleverde mijn man overleed.Het is pijnlijk dat ik hem ons verhaal nooit meer heb kunnen laten lezen, maar ik weet dat hij trots is en was op al mijn schrijfsels en dus ook op dit prachtige eerbetoon aan Noa*.
Wat zou je andere ouders willen meegeven?
Praat over wat je meemaakt. Geef je verdriet én daarmee ook je kind een stem, een verhaal, een plek in dit leven. Ik weet zelf hoe pijnlijk en moeilijk het is om dat te doen midden in je rouwproces, maar ik weet ook dat het helpend kan zijn. We zijn zo ver af komen te staan van rouw en verlies, van verdriet en pijnlijke gevoelens, dat heel veel mensen niet weten hoe ze hiermee om moeten gaan. Wat zeg je wel en wat zeg je niet? Als wij, ouders van overleden kinderen, mensen kunnen laten zien dat iets zeggen beter is dan niets zeggen, dat de naam blijven noemen beter is dan zwijgen en dat herdenken beter is dan doodzwijgen, dan kunnen we allemaal bijdragen aan een mooiere, kwetsbaardere en krachtigere wereld. Rouw laat je uiteindelijk namelijk nóg voller leven. Niet direct, gun jouw rouwproces de tijd. Ik weet het van toen en ik voel het nu ook weer, ik zit er na het verlies van mijn man weer middenin. Maar ik weet ook dat ik door deze situaties alleen maar sterker en zekerder in het leven kom te staan. Nog meer bij mezelf en bij wat ik wil doorgeven aan de wereld. Ik zie het als mijn en onze taak om al onze mooie kinderen een plek te geven in de harten van alle mensen om ons heen.