Een brief aan mijn lieve Chloë

14 maart 2021, dat was de uitgerekende datum, dé dag waar wij acht maanden lang naar uitkeken. Het kon mij niet snel genoeg gaan, en zo ongeduldig als ik ben, hield ik in mijn achterhoofd dat wachten beloond zou worden en dat jij die tijd nodig had om nog lekker door te groeien. Niet wetende in wat voor ware nachtmerrie we acht maanden later terecht zouden komen.

Vanaf het moment dat we besloten voor een kindje te willen gaan, hadden we nooit verwacht dat we zo snel zwanger zouden raken van jou, prachtig wonder. Zwanger raken is namelijk helemaal niet zo vanzelfsprekend. Wanneer ik dit schrijf, zegt een stemmetje in m’n hoofd dat een kindje levend en gezond op de wereld zetten ook helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Maar daar kom je pas achter als je het zelf meemaakt.

Al vrij snel was jij lekker druk in mijn buik en hoorden wij met 14 weken dat wij in verwachting waren van een prachtig meisje. Papa grapte nog of er echt niks tussen de beentjeshing, maar al snel werd jij zijn grote prinses. De 20 weken naderde, maar ik durfde nog niks aan babyspulletjes te kopen, bang dat het toch nog fout zou gaan of dat we een slechte uitslag zouden krijgen. De 20wekenecho was perfect, je hartje ging goed tekeer en bij elke echo of controle nadien liet je weten dat je het nog prima had in mama haar buik. Wel werd er gezegd dat je een kleine baby zou zijn, maar papa en mama zijn ook niet zo groot, dus dat was niet zo gek.

Al vrij snel kreeg ik last van harde buiken en met 26 weken kwam de verloskundige toch even controleren. Het zag er op zich goed uit, maar het kon ook zijn dat de bevalling al begonnen was. Ze verwees ons door naar het WKZ en al snel zagen wij een vrolijk meisje stuiteren met zoals altijdhaar vuistjes voor haar hoofdje. De gynaecoloog vertelde dat je buikje wat aan de kleine kant was, maar dat je voor nu wel voldoende voedingsstoffen vanuit de placenta kreeg. Dit moest echter wel goed in de gaten gehouden worden. Wij waren zo blij dat de bevalling nog niet begonnen was. De verloskundige had wel gezegd dat je een grote overlevingskans zou hebben gehad als je op dat moment was geboren, maar het was natuurlijk beter om nog lekker warm in mama haar buik te zitten. Mama is na die dag wel minder gaan werken en heeft het toen rustig aangedaan.

De weken gingen voorbij waarin je lekker druk tekeerging, maar soms was je ook een dagje rustig. rustig voor mijn gevoel. Maar iedere keer als we dan weer in het ziekenhuis kwamen, begon je weer lekker tekeer te gaan. Ook de laatste keer met 35+2 weken, ik herinnerde me dat ik je een paar uur niet gevoeld had. Dat was niet gek, omdat het leek alsof je vaak pas druk ging trappelen als ik rustig op de bank of bed lag. En aangezien je de dagen ervoor nog superdruk was,dacht ik dat je lekker lag te slapen. Baby’s bewegen aan het einde van de zwangerschap toch minder, omdat ze minder ruimte hebben in de buik? Dit keer belde ik de verloskundige niet met angst, maar uit voorzorg. De angst dat je zou overlijden in mijn buik of levenloos ter wereld zou komen,had de verloskundige twee weken daarvoor volledig van me afgeschud, want dat komt bijna niet voor. De verloskundige die ik aan de telefoon had, zei dat ik even twee uurtjes moest gaan liggen en als je dan nog niet zou bewegen, dan zou ze me doorsturen naar het ziekenhuis. Twee uur later had ik je nog niet gevoeld en we gingen naar het ziekenhuis. De verloskundige zei nog: ‘Als je straks de band om je buik hebt,begint ze waarschijnlijk weer te trappelen.’ En ook wij dachten dit.

Eenmaal aangekomen in het ziekenhuis kwam de verpleegkundige met de band, maar we hoorden geen hartslag. Ik keek jouw papa aan en ik wist meteen dat jij niet meer leefde. Ik zag aan jouw papa dat hij die gedachte nog niet had. Drie keer heb ik tegen de verpleegkundige gezegd dat ze de gynaecoloog moest gaan halen en dat ik heel zenuwachtig werd. De gynaecoloog kwam en zette het echoapparaat op mijn buik. Toen werd mijn hele wereld zwart. Daar lag mijn mooie, lieve, kleine meisje. Levenloos in mijn buik. De woorden die de gynaecoloog toen uitsprak hebben ons getekend voor het leven. ‘Sorry, maar ik zie geen hartslag meer.’ Nog nooit heb ik me zo radeloos gevoeld. Ik schreeuwde nog: ‘Hoe kan dit nou gebeuren? De grond zakte onder me vandaan. Je papa zat met tranen in z’n ogen, maar had ergens nog een klein beetje hoop dat ze er daar een potje van aan het maken waren en dat het apparaat stil stond. Ik zei tegen hem dat ze gelijk hadden, want ik voelde aan alles dat jij nooit levend ons leven zou verrijken.

Toen moesten we je opa’s en oma’s nog bellen. We hadden net het ergste nieuws ooit gekregen en dat moesten we nu gaan vertellen aan de mensen waar jij ook zo welkom was geweest. Ik hoorde m’n moeder schreeuwen en voelde ook haar pijn naast mijn eigen pijn en verdriet. Wat had ik jouw papa, opa’s en oma’s graag een levend (klein)kindje gegeven. Ik had gefaald als moeder, want ik heb jou niet kunnen beschermen. Zo voelde het toen je levenloos in m’n buik zat. En ook al zeiden alle artsen dat ik er niks aan had kunnen doen en wees jouw papa me erop dat juist ik overal zo goed op gelet had, het maakte niks uit. Mijn gevoel was zó intens sterk.

Twee dagen later moesten we naar het ziekenhuis om ingeleid te worden, want jij, lieve meid, jij kon niet blijven zitten. Ik zei nog tegen de gynaecoloog: ‘Snij m’n buik maar open en haal haar er maar uit!’, maar een natuurlijke bevalling is het beste voor het verwerkingsproces. Op dat moment boeide me dat geen reet, want hoe kon ik naar huis gestuurd worden met een levenloze baby in m’n buik? Hoe kon ik op natuurlijke wijze bevallen, terwijl we mentaal kapotgingen van de pijn? En toen ze ook nog vertelde dat het weleens drie dagen zou kunnen gaan duren voor jij geboren zou worden, zakte de moed me al helemaal in de schoenen.

Ik geloof oprecht dat jij het niet nog moeilijker wilde maken voor ons, want de bevalling verliep vlot en goed. En daar was jij, onze mooie meid en je werd op m’n borst gelegd. Papa en mama waren vooraf allebei een beetje zenuwachtig, omdat we niet wisten hoe jij ter wereld zou komen nadat je twee dagen levenloos in m’n buik had gezeten. Daarnaast was het voor mij mensonterend om een baby’tje te baren die nooit zal gaan huilen. Maar kind, wat ben je prachtig. We blijven altijd praten in de tegenwoordige tijd, want je bent en blijft ons prachtige kind. We hebben nog een paar dagen van je mogen genieten, je bent nog mee naar huis geweest, maar elke keer als we de koelelementen moesten vervangen, begon je neusje weer te bloeden. Daarnaast vond ik het moeilijk, want ik had je lekker in moeten stoppen met warme kruiken, je hoorde niet op een koelelement te liggen.

Toen was daar het afscheid. Afscheid nemen van je eigen kind, nog nooit heb ik iets moeilijkers moeten doen dan dat. Het is ondraaglijk.

Acht maanden heb ik je mogen dragen, mogen voelen en ik heb je mogen baren, maar ik heb je nooit levend in m’n armen gehad. Ik zal je nooit in de kinderwagen leggen, nooit lekker met je cocoonen op de bank, nooit je eerste huiltje horen of je eerste lachje zien, nooit je eerste stapjes zien zetten, nooit meer iets van jou fysiek bij ons hebben. Maar je spookt de hele dag door mijn hoofd, mijn zonnestraal.

De korte tijd dat we van jou hebben genoten betekent voor ons de wereld. Jij hebt ons leven verrijkt en ons voorgoed veranderd in positieve zin. Ik ben zo dankbaar dat ik je acht maanden heb mogen dragen en dat ik jouw mama ben. Verdriet en trots zitten verweven in elkaar. Want ik mis je, omdat je zo intens gewenst was, omdat je zo prachtig bent en omdat je zo bij ons hoort. Maar ik ben ook zo trots, juist omdat je voor altijd bij ons bent en wij papa en mama zijn van zo’n prachtig meisje als jij.

Lieve Chloë Liv, voor ons ben jij de wereld! En ooit zijn we weer samen, verbonden en één met elkaar, net zoals we dat waren toen jij net geboren was, maar dan voor altijd.

Mamas trots, dat ben jij!

liefs Jamie

Contact

Stichting Nooit Voorbij

Deel deze blog

Een brief aan mijn lieve Chloë

Scroll naar boven