‘Nee niet mijn kindje!’

Bij de 20-wekenecho werd ons verteld dat onze zoon wat aan de kleine kant was. Moest ik mij zorgen maken? Al gauw werd er gezegd: “Mama en papa zijn ook niet groot, dus volkomen normaal.
De weken telden lekker door tot 32 weken zwangerschap en ik nog steeds geen buik had, 12 kilo was afgevallen en minder leven voelde. Ik deelde mijn zorgen met de verloskundige en zij stuurde mij door naar het ziekenhuis.
De ene arts gaf aan dat ons mannetje inderdaad wel klein was, een andere specialist die erbij kwam stelde voor om met 34 weken terug te komen en dan opnieuw te kijken.
Daar zat ik weer met 34 weken. Ze gaven aan dat de baby inderdaad klein was en mijn buik ook, maar niet zorgwekkend. Er werd nog getwijfeld of ze de baby wilden halen maar dit werd toch uitgesteld. Elke extra week bij mama in de buik was immers beter. Ik loop van mijn stoel weg en hoor nog de gynaecoloog zeggen: “Je bent baas van je eigen buik hè , jij bepaalt!
Ik knikte en liep weg. Nooit kunnen bedenken dat deze woorden nu zoveel meer vraagtekens geven.

Week 35 en vier dagen tikte ik aan. ‘s Ochtends op de bank filmpjes gemaakt. Wat was ons mannetje druk, het voelde fijn en hij bewoog nog. Alleen bleef hij wel erg druk, dus toch maar even naar bed. We zouden ’s middags weggaan dus even een uurtje liggen kon geen kwaad.
Na een half uur liggen werd ik wakker met intense pijn onderin mijn buik. Het voelde alsof hij onder m’n ribben lag waar ik hem niet weg kreeg. Onderweg naar beneden werd ik enorm duizelig, ik kon net de toilet bereiken om daar vervolgens weg te vallen. Ik dacht nog misschien is mijn bloedsuikerspiegel te laag. Uit het niks begon ik enorm te zweten en mijn buik werd zo hard als een meloen!
Zou dit het zijn ... zou de bevalling zijn begonnen? Vol spanning stapte ik onder de douche terwijl mijn man de verloskundige belde. Ze was er gelukkig al snel en ze gaf aan dat ik onder de douche vandaan moest komen. Het leek erop dat de bevalling begonnen was. Vervolgens ging ik op bed liggen. Ik bleek twee cm ontsluiting te hebben. Met een grote glimlach keek ik naar mijn man.
Totdat … de verloskundige het hartje zocht en niet kon vinden, ik keek mijn man aan en zag in alles dat hij niet begreep wat er gaande was. Geduldig zat hij naast mij te wachten totdat de verloskundige het hartje zou horen, terwijl ik allang wist dat het niet goed meer was. Ik durfde het niet te zeggen en wachtte tot de verloskundige het woord zou doen.Charelle … ik vind ‘m niet … het hartje vind ik niet …
Ik sprong van het bed af, kleedde mij aan en schreeuwde bijna dat de verloskundige met menaar de praktijk moest rijden voor het maken vaneen filmpje. Ook in de praktijk werd keihard bevestigd dat het hartje stil lag.
Ik schreeuwde: “NEEE, NIET MIJN KIND!’ Er ging zoveel door mijn hoofd. Mijn man bleef bij onze andere kindjes totdat de oppas er was en kwam toen met grote ogen bij ons de praktijk binnen. Ik kon alleen maar uitbrengen: ‘Hij is dood, hij is echt dood.’

We moesten naar het ziekenhuis om daar te bevallen. Ik ging in de overlevingsstand en wilde naar huis om zelf spullen te pakken. Ik veegde mijn tranen weg en we gingen naar huis om daar de andere kids te vertellen dat hun broertje er niet meer was.

Thuis keek mijn dochter (van vier) mij aan: “Mama, is de baby er niet meer?
Door mijn knieën gezakt pakte ik haar twee handjes en vouwde deze om mijn buik en legde uit dat haar broertje er inderdaad niet meer was.
Mijn woorden: “De baby is weggegaan bij mama, hij is dood. Hij kan niet meer eten, niet meer drinken, huilen of spelen … Maar hij komt wel thuis, je mag hem zien oké?
Ze gaf me een knuffel en ik verstopte me op onze kamer om de spullen te pakken voor de bevalling. Welk pakje doe je hem aan? Welke kleur zou hij zijn? Ik wilde alles van mezelf meenemen, dus ook zijn eigen luiers moesten mee.

Om 17.00 uur meldden we ons in het ziekenhuis bij de balie. Mijn verloskundige was mee, dit wilde ik heel graag. Ze vertelde aan de baliemedewerkster dat wij voor een bevallingkwamen. De vrouw keek op en lachte vriendelijk: “Heeel veel succes meisje.” In een opwelling wilde ik heel boos worden en schreeuwen dat ik haar succes niet nodig had!! Mijn kindje is overleden! In plaats daarvan knikte ik en liep in stilte achter de verloskundige en mijn man aan.

Wordt vervolgd,

Charelle

Contact

Stichting Nooit Voorbij

Deel deze blog

‘Nee niet mijn kindje!’

Scroll naar boven