Even voorstellen: Mijn naam is Tjitske, getrouwd met Peter en samen zijn we de trotse ouders vanDoutzen (13), Jitze*(voor altijd 10, overleden op 27-1-2020), Jente*(vlinder van 2-9-2011) en Yeldau(8).
Voor Stichting Nooit Voorbij neem ik jullie in een aantal blogs mee in ons leven met rouw. Wat we in het dagelijks leven tegenkomen beschrijf ik op Instagram via @tjitzske
lees de vorige blog hier:
Na het overlijden van Jente ging het leven weer verder. Ik pakte mijn werk na een tijdje weer op en de verhuisplannen die we hadden werden weer uit de kast gehaald. We wilden groter wonen en weer meer in de buurt van ons sociale netwerk. Er was iets in ons wat aangaf dat dat nodig zou zijn de komende tijd. Het huis dat we al tijdens de zwangerschap van Jente op het oog hadden was er nog en het lukte om dit te kopen. Het gemis was aanwezig, maar we wisten ons leven weer op te pakken en door te gaan. Het plannen maken voor het nieuwe huis was fijn en gaf weer energie.
Na de verhuizing begon het weer te kriebelen. Daar zaten we dan in een groot huis … genoeg slaapkamers om ons gezin nog veel verder te laten groeien. Al snel was ik weer zwanger en dit was spannend; iedere controle zorgde voor spanning, maar alles leek goed. Toen de helft van de zwangerschap voorbij was en alles goed bleef gaan, kwam het vertrouwen. Het ging goed komen! Hierna werden de controles minder intensief en gingen we weer met onze gebruikelijke nuchterheid met de controles en zwangerschap om.
Er kwam ook iets anders tussen wat steeds meer onze aandacht ging vragen. Onze zoon Jitze was inmiddels drie jaar en zijn ontwikkeling begon steeds meer zorg te geven. Hij kreeg al een tijdje fysio vanwege een vertraagde motorische ontwikkeling en had het stempel hypermobiel gekregen. Toch lukte het maar niet om echt tot lopen te komen en ook de spraakontwikkeling ging niet zo snel als zou moeten. Nadat de kinderarts tijdens een controle zijn lever kon voelen én de knie- en voetreflex er niet meer was, gingen er bellen rinkelen. Er werd een groot consult georganiseerd waarbij een professor in kinderneurologie aanwezig was. Er volgden allerlei vervelende onderzoeken die Jitze dapper onderging. Een MRI van de hersenen maakte het plaatje compleet en die werd een paar maanden voor de uitgerekende datum van onze baby uitgevoerd.
Mijn mobiliteit werd er ondertussen niet beter op, maar ik had geen andere keuze dan gewoon doorgaan. Zoveel mogelijk met de auto om zo weinig mogelijk te hoeven tillen (Jitze liep niet maar moest wel mee om zijn zus van school te halen,etc). Op de dagen dat hij bij de peutergroep was en Doutzen op school, probeerde ik rust te pakken. De baby groeide goed en mijn zwangerschapsdiabetes was onder controle. Alles ging goed en de laatste loodjes ging ik met vertrouwen in. Ondertussen belde ik het ziekenhuis plat, we wilden de uitslag van de MRI graag hebben. Als er iets erfelijks uitkwam, wilden we dat weten vóór de geboorte van onze baby.
Helaas bleek het lastiger dan verwacht om de MRI goed te duiden en duurde het te lang. De bevalling moest namelijk worden ingeleid, ik kon nog maar kleine stukjes lopen en het onderhuids buikvet bij de baby begon te groeien. Omdat Jitze – vermoedelijk als gevolg van mijn zwangerschapsdiabetes – met een te lage suikerspiegel was geboren, werd besloten om deze baby geboren te laten worden. Ik was net 38 weken en was er klaar voor. We regelden de opvang voor de kinderen en vertrokken de volgende dag naar het ziekenhuis.
Alles verliep voorspoedig, de weeën kwamen goed op gang, we hadden lol (ja, ook tijdens eenbevalling blijf ik graag lachen) en onze kleine besloot haar vader zijn heerlijke soep niet te laten opeten. Eruit! Het moment van de geboorte was het meest spannend, zou er geluid uit deze babykomen? Ik mocht de baby zelf aanpakken, dat wilde ik graag en gelukkig kon het! En direct was er geluid… wat een opluchting! De onbewuste spanning kwam eruit en ik huilde van geluk. Pas na een paar minuten keken we naar het geslacht … een meisje! We waren blij en opgelucht tegelijk. We gaven haar de naam Yeldau Jerina. Een Friese naam, met de tweede naam vernoemd naar haar oom Jeroen.
De kinderarts arriveerde voor de APGAR en suikertest. Ons meisje liet zich duidelijk horen, hier was ze niet van gediend! Alles was goed en ze slaagde met vlag en wimpel. Toen wilde de kinderarts nog even met ons praten. Ze had de uitslag van de MRI namelijk binnen. Achteraf besefte ik me hoe bizar de situatie was. Net bevallen, net gehecht, etc. krijg je de uitslag van de MRI van je andere kind. Aan de andere kant, we wilden het heel graag weten en als er iets zou zijn waarbij er kans was dat er na de geboorte direct actie nodig was, dan wilden we die aan onze baby geven.
Uit de beelden (samen met de uitslagen van de andere onderzoeken) kwam naar voren dat er een probleem was met de stofwisseling. De eiwit aanmaak om de overdracht van zenuw naar spier goed te laten verlopen, was niet in orde en werd in dit geval veroorzaakt door een probleem in de stofwisseling. Er was nog geen duidelijk beeld van welke soort het was en er werd een observatieopname van vijf dagen gepland in het UMCG. Er waren vooralsnog geen aanwijzingen dat onze jongste dochter hier ook mee belast was, maar ze had wel even wat extra tests gedaan op het gebied van de reflexen. Alles leek in orde en er was geen verdere actie nodig voor haar. We namen de informatie aan, maar zaten nog teveel in een roes om de daadwerkelijke gevolgen te kunnen overzien. We waren blij dat er een uitslag was en er voor Yeldau eerst geen gevolgen waren.
We gingen al snel naar huis en daar kon het genieten beginnen. Het wiegje was weer gevuld, grote broer en zus waren vol bewondering en apetrots. Het bezoek kwam al snel langs en we lieten haar vol trots zien aan onze familie en vrienden. Jente* zat in ons hart en keek vast en zeker trots toe, zijn kleine zusje werd met zoveel liefde omringd!
De zorgen om Jitze verdwenen even naar de achtergrond. Hij genoot zo van zijn zusje en had zoveel plezier. Hij liep op zijn knietjes door het huis en danste en zong er vrolijk op los. Zoveel plezier en doorzettingsvermogen, dat mochten wij niet laten verdwijnen door met een zwarte bril naar detoekomst te kijken. We wisten zeker dat we dat op hem over zouden brengen. En dus besloten we om te genieten en af te wachten wat de toekomst zou brengen; van afspraak naar afspraak.
Onze roze wolk was prachtig en we wilden er wel altijd in blijven hangen. Dit kan natuurlijk niet en we wisten dat het niet lang zou duren. We hadden alleen niet verwacht dat na twee weken de wolk ruw zou worden weggeblazen en er een gitzwarte wolk voor in de plaats kwam. Mijn moeder kreeg een zware hersenbloeding en ineens was mijn kraamvrouwen bestaan over. Ik moest de zorg voor Yeldau grotendeels overdragen aan Peter (wat was ik dankbaar dat ik borstvoeding gaf), reed heen en weer naar het UMCG en kookte het avondeten voor mijn familie. Mijn moeder, steun en toeverlaat, had ons nodig nadat zij ons grote gezin jarenlang haar zorg gaf. Op wonderbaarlijke manier kwam ze steeds weer een beetje meer terug in onze wereld en kwam er weer iets meer rust. De zwarte wolk kleurde weer wat meer grijs en werd zelfs wit met een roze randje. Mijn moeder zou weer thuiskomen, niet meer helemaal de oude, maar ze was er nog! Ze maakte opnieuw kennis met haar jongste kleindochter en genoot van de bezoekjes van de kleinkinderen. En zo konden wij ook weer genieten. Ondertussen hadden de artsen van het UMCG niet stilgezeten en een heel observatieprogramma ontwikkeld voor Jitze. En zo kwam de dag dat de envelop van het UMCG door de bus viel …
Wordt vervolgd..