Ik herinner mij het moment goed; het moment dat ik een zwangerschapstest deed en deze dik positief was. Mijn vriend had die nacht gewerkt en lag nog in bed. Na een uur lang alleen blij te zijn, heb ik hem wakker gemaakt.
Maar ja, toen kwam het lastigste deel: het geheim houden voor iedereen.
De weken vlogen voorbij tot we de eerste echo hadden. Alles was goed en ik bleek niet acht maar elf weken zwanger te zijn. Het eerste trimester was bijna voorbij met nagenoeg geen zwangerschapskwaaltjes.
Tijdens de Pasen hebben we het aan Tim (mijn vriend) zijn familie verteld. De reacties waren hartverwarmend. Daarna hebben we het aan de overige familie en vrienden verteld. We zaten helemaal op een roze wolk en dachten: “We zijn die 12 weken voorbij, nu kan er eigenlijk niks meer mis gaan.”
In de weken erna waren we lekker samen bezig met de voorbereidingen. Tim met het kamertje en ik met het bij elkaar sprokkelen van de babyuitzet.
Toen kwam de volgende mijlpaal: de 16-wekenecho! Wat zou het toch worden, een jongetje of een meisje?
Het gevoel van ons en onze omgeving was goed want ja hoor, onze kleine is een jongetje. Een naam hadden we samen zo gekozen, namelijk Finn.
Ik had twee jaar de Pabo gedaan en bij mijn eerste stage zat in groep 1 een lief en ondeugend jongetje met blond haar en lichtblauwe ogen met de naam Finn. Ik dacht: “Die naam moet ik onthouden.” Tim moest er even aan wennen, maar na een week kwam hij bij mij en zei: “Ja schat,onze zoon krijgt de naam Finn.”
De onbezorgde weken zwanger zijn vlogen voorbij en we zaten helemaal op een roze wolk. Daar kwam helaas verandering in op moment van de 20-wekenecho op donderdag 20 mei, bij 19 weken zwangerschap in het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ). Er werd ons verteld dat ons kindje veel te klein was. Tim dacht nog:“Ach een beetje te klein, het zal wel meevallen. Onze kleine kleurt nu al graag buiten de lijntjes, net als wij.” Alleen ik had er een ander gevoel bij.
De week kroop voorbij tot de volgende 20-wekenecho bij de gynaecoloog op vrijdag 28 mei in het JBZ. Daar werd het nieuws bevestigd dat door een slechte placenta – een fout van ‘Moeder natuur’ – ons kindje niet goed kon groeien. Het zou dagen,misschien weken duren dat onze kleine man in mijn buik zou overlijden. Onze wereld stortte op dat moment in, net als van de mensen om ons heen.
Onze kleine heeft nog zes weken samen met ons gestreden en we hebben geleefd tussen hoop en vrees. Van wel gegroeid, niet gegroeid en iedere week op controle in het ziekenhuis. Het maken van herinneringen met zijn drietjes, zoals het maken van een wikkeldeken samen met oma, verder werken aan de kamer, een mooi 3D-beeld van mijn buik en het dagelijks voorlezen uit Jip en Janneke.
Ook zijn we twee keer naar Nijmegen geweest voor allerlei onderzoeken, waaronder een DNA-onderzoek en een vruchtwaterpunctie. En op het laatst gingen we bijna iedere dag naar het ziekenhuis in verband met symptomen van zwangerschapsvergiftiging. De dag na de laatste afspraak in Nijmegen moesten we iedere dag op controle komen in ons eigen ziekenhuis want Finn zijn lijfje was op het laatst op.
Op 9 juli is zijn hartje gestopt en op 11 juli ben ik bevallen van onze prachtige zoon.
We hadden van tevoren al veel geregeld waardoor we de week thuis echt met onze zoon konden doorbrengen om prachtige herinneringen te kunnen maken als gezin.
Op zaterdag 18 juli hebben we afscheid moeten nemen van onze zoon. Dit hebben we in besloten kring gedaan, samen met vrienden en familie.
Hoe moeilijk het ook is om het positieve te zien, toch heeft onze zoon ons ontzettend veel laten beseffen en mij stappen durven laten zetten die ik anders nooit had gedurfd.Zoals meer tijd doorbrengen met elkaar, naar elkaar toe groeien, het laten zien wie er voor ons zijn en welke dingen er echt van belang zijn in het leven. Het is niet het geld op de bank en het huis waarin je woont, het is het geluk en genieten van de rijkdom die wij samen hebben.
Ook al zullen we onze Finn nooit zien opgroeien, toch zijn wij ontzettend trots dat we door hem de beste titel ooit mogen dragen; namelijk papa en mama.
liefs, Debbie