Waarom is ons levenslustige kleine meisje uit ons leven gerukt? We weten het nog steeds niet en we zullen nog lang op het antwoord moeten wachten. Toch wil ik – als kleine verwerking – deze nachtmerrie opschrijven. Maar waar zal ik beginnen? Senna☆ was regelmatig ziek; de week voor haar overlijden had ze nog de zesde ziekte. Dus ik denk dat ik vanaf die week maar ga beginnen.
Senna☆ was bijna jarig; maandag zou ze 1 jaar worden en zondag wilden we haar verjaardag vieren. Maar ik werd maandag op mijn werk gebeld door de opvang dat Senna☆ niet lekker was en dat ik haar moest komen ophalen. Dat gebeurde vaker, maar daar ben je mama voor: natuurlijk haal je je kindje op. Eenmaal thuis noemde ik Senna☆ een beetje ‘schoolziek’, want ze was best gezellig nadat ze ruim twee uur had geslapen. Heel moe, maar ook kon ze wel lekker met mij spelen. Om daarna lekker samen op de bank te zitten en boekjes te lezen. Ook die dag heb ik nog veel foto’s van haar gemaakt. In de loop van de week werd ze zieker. Hoge koorts, veel diarree en heel moe. Ze was echt goed ziek. Senna☆ was een meisje dat al goed kon lopen en ik moest haar regelmatig ergens vanaf halen. Maar nu lag ze levenloos op de bank. Ik grapte toen nog dat het zo lekker rustig was en ik niet achter haar aan hoefde te rennen of alles waar ze niet op of bij mocht weg moest zetten.
Zaterdag zouden we besluiten wat we zouden doen met haar verjaardag. Gewoon iedereen uitnodigen of alleen even de opa’s en oma’s op visite voor taart. Maar aan het einde van die dag knapte ze zo op dat we toch besloten om de verjaardag door te laten gaan. Toen kwamen er allemaal bultjes op haar lichaam en na wat op internet gezocht te hebben (en met de ervaring van onze oudste dochter) wisten we dat het de zesde ziekte was. Dus lieten we alle verjaardagsgasten weten dat ze hun (kleine) kindjes beter thuis konden laten. Op die manier werd het alsnog een rustig feestje.
Zondag was ze supergezellig. Ze heeft iedereen laten genieten door gewoon zichzelf te zijn. Een vrolijk, actief, gezellig meisje.
Maandag was ze echt jarig en ging ze weer naar de opvang. Ik gaf aan dat ze wel weer beter was, maar dat ze misschien wat meer zou slapen. Op de opvang sliep ze overdag sowieso beter dan thuis, dus dat zou goed komen. Ook haar juffen kenden haar erg goed, dus zij gingen daar goed in mee. Maar om 15.00 uur werd ik weer gebeld: Senna☆ was helemaal niet lekker en zat op het randje van opnieuw koorts. Dus ik ben haar meteen weer gaan halen.
De dag na haar verjaardag is ze ook lekker thuisgebleven. Normaal regel ik een opa of oma om op zo’n dag op te passen, maar iets in mij zei dat we het deze keer zelf moesten doen. Deze keer kon Bram thuisblijven en bracht ik Samara naar de opvang. Daarna kon ik gaan werken. De opvang zit naast mijn werk, dus op deze manier was het het handigst.
Die dinsdagochtend (05-10-2021) spuugde Senna☆ haar hele ochtendfles uit. Ze bleef ook erg hangen in het kokhalzen en sliep die dag veel. Bram stuurde mij opeens een filmpje en zei dat ze heel kortademig was. Daarop besloot ik de huisarts te bellen en we konden daar snel terecht. En wéér eindigde mijn werkdag vroegtijdig. Gelukkig gaat mijn werkgever daar heel erg flexibel mee om; ik werk in het speciaal onderwijs, waar je vaak met zijn tweeën voor de groep staat.
Eenmaal bij de huisarts werd Senna☆ onderzocht. Die vond naast een dubbele oorontsteking niet heel veel geks. Aangezien Senna☆ vaak ziek was, kwamen we vaker bij de huisarts. Daardoor had ze niet veel met dokters en ze liet het hele gebouw dan ook weten dat ze er was. (‘Senna☆ huilt met passie,’ zeiden wij vaak.) De huisarts vond wel dat Senna☆ tegen uitdroging aan zat. Dus ik mocht een antibioticakuurophalen en haar ORS geven, waardoor ze misschien een soort boost zou krijgen. Mocht Senna☆ na die middag nog geen plasluier hebben gehad, dan moeten we langs de HAP. Dat was eigenlijk alles wat ik wilde horen, want ergens had ik een soort van bevestiging nodig om te horen dat er iets niet helemaal goed was. Eenmaal thuis zette ik alvast een tas met wat kleertjes en luiers klaar, want na het avondeten wilde ik naar de HAP bellen om haar nogmaals na te laten kijken met de hoop dat we mochten blijven voor één of twee nachtjes, zodat ze aan het infuus kon worden gelegd.
Voordat we gingen eten heb ik geprobeerd haar ORS te geven, maar toen ging het mis …
Wordt vervolgd..