“Je weet pas wat je mist als je het niet meer hebt”. Een uitspraak, of misschien wel cliché, die vaak voorbij komt.
Op het moment dat je iemand verliest dan voel je de diepte en de zwaarte van die woorden. Het lijkt dan wel alsof het hele leven zinloos wordt. Voor een hoop mensen die ik begeleid, voelt het ook echt zo. “Waarvoor sta ik nog op?” “Waarvoor doe ik het allemaal?” “Hoezo zou ik carrière maken, het is flinterdun en totaal onbelangrijk”.
Existentiële vragen
Na een overlijden leef je op een existentieel niveau, denk ik wel eens. Alles is onbelangrijk geworden. Uiteindelijk is dat wellicht ook alles wat er is: leven en dood.
Dat maakt ook dat naast-staanden die omgaan met de mensen in rouw, al hun eigen verhalen en eigen problemen zo onbelangrijk vinden. In het licht van de dood doet niets er meer toe.
Mijn eigen leven doet er niet meer toe
Regelmatig betekent dit ook dat het eigen leven van de nabestaande er niet meer toe doet. Dit hoor ik vaak als mensen een partner of kind verliezen. (Ik hoor dit bijna nooit als er iemand buiten het kerngezin overlijdt.) De kracht om hier te ‘blijven’ halen ze uit, als een kind is overleden, de partner de (andere) kinderen, of, als de partner is overleden uit hun kinderen, de huisdieren, ouders, e.d. Zou je het henzelf vragen, dan hoeft het voor hen (ook) niet meer. Het doel in het leven is weg. Zo voelt het voor ze.
Ik leefde voor mijn dierbare
Opeens voelt je eigen leven alsof deze alleen waarde had omdat jouw dierbare er was. Of dit nu gaat om je partner of je kind. Het lijkt alsof het leven doelloos is geworden. Betekent dit dan dat het doel van je leven de overledene was?
Zou ik het rechtstreeks aan iemand in rouw vragen, dan zou het antwoord, denk ik, zijn “nee dat niet, maar ik voel nu weinig reden om nog mijn bed uit te komen”.
Geleefd worden door rouw
Eerder al schreef ik een blog over geleefd worden door rouw. De rouw neemt je leven over. De rouw wordt alles bepalend en kennelijk dermate dat het zelfs bepalend wordt voor hoe jij je doel ‘in het leven’ voelt. Je doel wordt deze rouw te overleven.
Ik leef voor…
‘Vroeger’ (want na een overlijden is er altijd een ‘vroeger’ en een ‘nu’) zei je misschien: ik leef voor mijn kinderen, ik leef voor mijn werk, daarmee gaf je aan dat dit het grootste ‘doel’ was in je toenmalige leven. Daar ga je voor, daar doe je alles voor.
Ik leef voor mijn rouw
Dát heb ik nog nooit iemand horen zeggen. Als ik de vorige regels lees, zou dat wel een conclusie kunnen zijn. Als je iemand verliest van wie je ontzettend veel houdt, dan leef je voor je rouw. Dat is het doel in je leven. Ik hoor je al denken: ‘hoe kan rouw een doel zijn?’. Dat zal je nooit vragen als iemand zegt ‘ik leef voor mijn kinderen’, dan denken we al automatisch te snappen dat het erom gaat de kinderen goed groot te krijgen, een mooie jeugd te geven, etc. Als iemand zegt ‘ik leef voor mijn werk’ dan snappen we dat iemand in feite vertelt dat hij/zij zijn werk leuk vindt en goed wil doen.
Hoe kan rouw een doel zijn?
Dit kan meteen een grote filosofische vraag zijn: want zouden we dan eerst moeten weten wat het doel van rouw an sich is? Rouw is een reactie op een verlies. We hebben het dan dus meer over een reactie. Kan een reactie een doel zijn? Ik denk dat we moeten zeggen dat rouwverwerking een doel is. Dan wordt het dus “ik word geleefd door mijn rouwverwerking” en “ik leef voor mijn rouwverwerking”. Die is al logischer. Je leeft voor je rouwverwerking (overigens over dat woord rouwverwerking is veel te doen, eerder schreef ik er al een blog over).
Het doel van rouwverwerking
Dan komen we tot slot op het doel van rouwverwerking. Als er al een doel is, dan zou dat wat mij betreft zijn te leren om datgene wat niet meer in jouw leven is (rouwverwerking gaat niet alleen over verlies door dood) te verbinden met jouw huidige leven. Niet loslaten, maar opnieuw verbinden.
Misschien wil je hier iets over kwijt of kan ik op dit moment iets anders voor je doen. Weet me dan te vinden via www.hetnieuwerouwen.nl.